Lucas 5:11-32
Kerntekst ‘Wij kunnen toch alleen maar feestvieren en blij zijn?’ Lucas 15:32
Kernwoorden: feest, verloren en gevonden, uitnodiging
De gelijkenis van de verloren zoon staat in een rijtje van drie: over honderd schapen, tien penningen en twee zonen. Het wordt steeds spannender.
Bij de schapen en de penningen wordt actief gezocht naar wat verloren is, bij de zoon niet. De zoon gaat, en de vader laat hem gaan.
Er is wel voorgesteld om deze gelijkenis ‘de gelijkenis van de wachtende vader’ te noemen. De vader wacht, actief, op de uitkijk, want hij ziet de zoon al van verre komen. Deze wordt met vreugde binnengehaald.
De oudste zoon, die niet blij is, blijft buitenstaan. Wie is hier nu precies verloren?
Jezus vertelt deze gelijkenissen aan de farizeeën en de schriftgeleerden die buiten mopperen als Jezus eet met tollenaars en zondaars.
Zij zijn als de oudste zoon die buitenstaat, maar net zo goed als de jongste die van harte welkom is bij de vader. We weten de afloop niet.
De uitnodiging is er wel: kom, vier feest, wees blij: je broer is ‘als nieuw’!
Schikking
Het kruis is weer iets hoger op de aardbol komen te liggen. Rond de aardbol staan vergeet-mij-nietjes: om de zoon die wegging niet te vergeten en ook de zoon die thuisbleef niet.
Aan de horizontale tak van het kruis is een slinger van judaspenning en wol gehangen, als teken van vreugde over dat wat gevonden is bij de schapen en bij het geld.